|
||||||||
|
Dead/Jazz bestaat uit Lionel Belmondo (Hyères, F. 1963) op tenorsax, sopraansax, altfluit, bansurifluit en harmonische fluit, Stéphan Belmondo (Hyères, F. 1967) op trompet en flugelhorn, Eric Legini (Hoei, B. 1970) op piano, Fender Rhodes, Novation Bass Station en electronica, Laurent Fickelson (Neuilly, F. 1961) op Farfisa orgel, Fender Rhodes en electronica, Thomas Bramerie (Bergerac, F. 1965) op contrabas en Dré Pallemaerts ( Antwerpen, 1964) op drums. Het vertolken van rock/pop muziek door jazzgroepen is niets nieuws onder de zon. In feite is het complete American Songbook dat vele jazzklassiekers bevat, samengesteld uit nummers uit de musical- en filmwereld. Hier betreft het een vertolking van acht nummers uit het repertoire van de roemruchte band Grateful Dead, een van de vele bands uit de psychedelische rock eind jaren ’60, o.a. Quick Silver Messengers, Moby Grape en Jefferson Airplane, allemaal afkomstig uit de Westcoast. De acht nummers van Grateful Dead die hier worden gespeeld zijn bijna allemaal van het duo Jerry Garcia en Robert Hunter. Ik ben nooit een fan geweest van de band, ik had het meer met Jefferson Airplane, ter vergelijking met de versies van de Belmondo broers en consorten weer eens geluisterd naar wat originelen, zwakke zang en weinig muzikale spanning, dan is er met Dead/Jazz meer te beleven. Het album opent met “China Gat Sunflower” een nogal onbegrijpelijke titel, is het origineel een nogal langdradig vehikel, alleen geschikt voor blowende luisteraars, in de versie die hier wordt gespeeld, zit wel degelijk pit en ritme. In plaats van oeverloos gitaarspel horen we hier prima solo’s op de Fender Rhodes en Farfisa en stevig werk van Lionel op zijn tenorsax. Ook het origineel nogal zweverige “Stella Blue” krijgt hier een complete metamorfose, gedragen blaaswerk van de Belmondo broers en fraai pianospel zorgen voor een heerlijke relaxte sfeer, hierna heb ik niet meer naar originele uitvoeringen geluisterd, de versies van Dead/Jazz zijn anders en compleet superieur. Het is gewoon heerlijk in het gehoor liggende jazz geworden uitgevoerd door superieure muzikanten. In “Dark Star” zit een aanstekelijk ritme opgestuwd door het perfecte drummen van Dré, hallucinant zeker door de solo’s op Farfisa en sopraansax. “Blues for Allah” roept met alle elektronica en fluitspel wel herinneringen op aan de psychedelica uit de jaren ’60, maar met de entree van de blazers belanden we weer op aarde en kunnen we genieten van spannende muziek die zowaar uitloopt in een soort van free jazz, gevolgd door een uitermate bluesy einde, top ! Uitermate geslaagd en dat geldt voor het hele album, of dit een aanrader is voor Grateful Dead fans ? Ik vrees van niet daarvoor wijkt het teveel af van het origineel of misschien een aansporing om naar jazz te gaan luisteren en de oude Grateful Dead LP's naar de kringloop te brengen? Jan van Leersum.
|